In de memorie van toelichting op de (vernieuwde) huisvestingswet staat het volgende: “Als gevolg van het grote woningtekort en de schaarste aan woningen in den brede, hebben veel doelgroepen, zoals starters, behoefte aan een betaalbare (nieuwbouw) koopwoning. Deze schaarste leidt tot een verdelingsvraagstuk wat op de vrije koopwoningmarkt wordt beslecht door een biedprocedure waarbij de hoogste bieder wint en aspirant-kopers met een midden- of meer bescheiden inkomen buiten de boot vallen. Vooral mensen met een lager inkomen, zoals starters hebben het daardoor moeilijk op de koopwoningmarkt.”
Dit is in onze gemeente niet anders. Sterker nog in met name de dorpen Lennisheuvel, Esch en Liempde staan zeer weinig woningen te koop en vrijwel nooit voor minder dan €400.000,-. Het gevolg is dat starters in deze markt nauwelijks aan bod komen en noodgedwongen thuis blijven wonen of vertrekken naar een ander dorp of gemeente. Doordat jongeren wegtrekken kunnen allerlei gevolgproblemen ontstaan, zoals dubbele vergrijzing, vermindering van betrokkenheid bij het dorp, voorzieningen komen onder druk te staan (school, gemeenschapshuizen) , verenigingen hebben minder leden en evenementen minder vrijwilligers. Met de wijziging van de huisvestigingswet krijgen we een aantal mogelijkheden om hier iets aan te doen.
Huur: Met de vernieuwde huisvestingswet kan aan een groter percentage van de huurwoningen met voorrang worden gegeven aan woningzoekenden met maatschappelijke of economische binding aan de gemeente (lokale voorrang). Dit dient geregeld te zijn in de huisvestingsverordening. Indien er geen huisvestingsverordening is, mag de corporatie zelf (in plaats van de gemeente) een transparant woningtoewijzingsbeleid voeren.
Koop: Met de komst van de vernieuwde huisvestingswet is het mogelijk om ook sociale koopwoningen, die in het bestemmings- of omgevingsplan ook al zodanig als woningcategorie gebouwd worden, toe te wijzen aan deze doelgroep. Sociale koop wordt gedefinieerd als een koopwoning met een sociaal karakter, wat inhoudt dat deze voldoet aan een aantal voorwaarden, te weten (a) dat de woning niet meer kost dan de geldende NHGgrens van het betreffende kalenderjaar en (b) dat de woning kan worden bewoond door mensen met een aantoonbare behoefte aan een betaalbare koopwoning. De benoeming van de doelgroepen en de toewijzing met voorrang aan personen met lokale binding, moeten eveneens geregeld zijn in de huisvestingsverordening.
Combinatie95 wil dat we deze mogelijkheden maximaal benutten en heeft hierover een aantal vragen aan het College van Boxtel gesteld:
1. Heeft de gemeente Boxtel al een huisvestingsverordening?
2. Hebben we afspraken met de wooncorporaties over de verdeling van woonruimtes? Zo ja, welke?
3. Welke stappen moeten er gezet worden om meer huurwoningen toe te kunnen wijzen aan personen met een lokale binding?
4. Welke stappen moeten er gezet worden om sociale koopwoningen toe te kunnen wijzen aan personen met een lokale binding?
5. Hoe kunnen we een zo groot mogelijk deel van deze koopwoningen bij onze starters terecht laten komen?
Over de auteur